Omgevingseffectrapport (OER)

Nieuw beleid uit de omgevingsvisie kan leiden tot belangrijke veranderingen. Als dat zo is, dan is het in Nederland verplicht om het beleid uit de omgevingsvisie te toetsen door middel van een milieueffectrapport. Omdat de omgevingsvisie over de hele leefomgeving gaat, wordt in het milieueffectrapport ook gekeken naar de hele leefomgeving. Het milieueffectrapport bij een omgevingsvisie wordt een omgevingseffectrapport (OER) genoemd.

Als er problemen kunnen optreden, dan laat het OER zien waar en hoe erg die zijn. Deze informatie kan de gemeente gebruiken bij het schrijven van ambities of bij het maken van keuzes voor nieuw beleid. Als de gemeente vindt dat problemen of ambities nog niet genoeg worden behandeld, dan kan zij ervoor kiezen om het nieuwe beleid verder aan te vullen. Ook kan ervoor gekozen worden om goede dingen nog beter te maken. Als er gevolgen zijn van nieuw beleid, dan kan de gemeente zien wat kan helpen om problemen weg te nemen of te verminderen. Ook laat het OER zien of ambities gehaald kunnen worden. Van het uiteindelijk gekozen nieuwe beleid laat het OER zien wat de gevolgen zijn voor de leefomgeving en voor het behalen van ambities.

Via deze link kan je een samenvatting van het OER voor de omgevingsvisie van Sint-Michielsgestel lezen. Het complete OER staat op de downloadpagina.


Het OER bestaat uit 9 stappen. We beschrijven hier de stappen op hoofdlijnen.

  1. Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD)
    De NRD beschrijft welke onderscheidende alternatieven in het OER onderzocht gaan worden (‘reikwijdte’). Daarnaast staat er in de NRD welke beoordelingsaspecten onderzocht gaan worden, de manier waarop de beoordelingsaspecten onderzocht worden en met welke diepgang (‘detailniveau’) dat gebeurt.
    Het uitbrengen van de NRD is het officiële startpunt van de m.e.r.-procedure. De m.e.r.-procedure staat voor het hele proces dat gevolgd moet worden, het omgevingseffectrapport (OER) is daar een product van. In deze notitie staat welke onderwerpen (reikwijdte) in het OER onderzocht worden en op welke manier (detailniveau). Als de NRD klaar is, wordt er gestart met het maken van het OER.     
    De NRD is ter inzage gelegd. Dat betekent dat iedereen deze NRD kon bekijken en zijn/haar mening hierover mocht geven. Tot 28 oktober 2022 kon er gereageerd worden via een (digitale) brief aan de gemeente. De binnengekomen vragen en opmerkingen zijn na de ter inzagelegging beantwoord in de 'Nota van Antwoord'. Hierna is het NRD vastgesteld. Het NRD is te downloaden op onze download-pagina.

  2. Beoordelingskader
    Thema’s die belangrijk zijn voor de omgevingsvisie zijn in het OER vertaald naar zogenaamde beoordelingsaspecten. Deze beoordelingsaspecten beschrijven hoe een bepaald thema in het OER beoordeeld wordt. Door de beoordelingsaspecten goed aan te laten sluiten op ambities kan het OER goed helpen om te laten zien of ambities gehaald kunnen worden. Het overzicht van alle beoordelingsaspecten heet het beoordelingskader. Het vormt een kader om te beschrijven hoe de leefomgeving nu is en hoe de leefomgeving er in de toekomst uitziet of uit kan zien door de effecten van de omgevingsvisie.

  3. Foto van de leefomgeving
    Om de gevolgen van de omgevingsvisie te kunnen inzien is het belangrijk te weten hoe de leefomgeving van Sint-Michielsgestel nu en in de toekomst is. De beschrijving van de situatie nu en in de toekomst heet de ‘foto van de leefomgeving’. In deze ‘foto’ is er voor elk beoordelingsaspect beoordeeld wat de kwaliteit nu is en hoe de kwaliteit in de toekomst wordt als er geen omgevingsvisie zou zijn. Hoe de leefomgeving nu is wordt de huidige situatie genoemd. Hoe het zal zijn in de toekomst zonder omgevingsvisie wordt de autonome ontwikkeling genoemd. In het OER hebben we de autonome ontwikkeling beschreven voor het jaar 2030, met een aanvullende doorkijk naar 2040.

  4. Kansen en risico’s voor nieuwe beleid in beeld brengen: effectbeoordeling scenario’s en concept-voorkeursalternatief
    De keuze voor nieuw beleid dat de gemeente in de omgevingsvisie opneemt wordt in het OER vergeleken met de situatie zonder omgevingsvisie. In het OER zijn twee scenario’s voor nieuw beleid onderzocht. Beide scenario’s zijn ingevuld vanuit een bepaalde invalshoek en beschrijven verschillende keuzes voor nieuw beleid. Aan de hand van het beoordelingskader zijn de kansen en risico’s (effecten) van de scenario’s in beeld gebracht. Op basis van de resultaten van de effectbeoordeling van de scenario’s heeft de gemeente Sint-Michielsgestel een concept-voorkeursalternatief opgesteld. Daarbij zijn onderdelen uit de twee scenario’s samengevoegd tot één alternatief. Ook dit concept-voorkeursalternatief wordt getoetst op kansen en risico’s.

  5. Effectbeoordeling van definitief voorkeursalternatief
    De resultaten van de effectbeoordeling van het concept-voorkeursalternatief heeft de gemeente gebruikt bij het opstellen van de concept-omgevingsvisie. Hierin staat nieuw beleid om op basis van het definitieve voorkeursalternatief in de omgevingsvisie op te nemen. Dit is één omvattend geheel van strategische, richtinggevende uitgangspunten voor nieuw omgevingsbeleid. Aan de hand van het beoordelingskader zijn de effecten van het nieuwe beleid in beeld gebracht.

  6. Passende beoordeling Natura 2000
    Omdat op voorhand niet kan worden uitgesloten dat het nieuwe beleid van de omgevingsvisie een negatief effect heeft op beschermde natuurgebieden (Natura 2000) is een Passende Beoordeling gemaakt. Daarin is beoordeeld of het nieuwe beleid tot aanmerkelijk negatieve effecten op de zogenaamde instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebieden kan leiden en zo ja, hoe die negatieve effecten voorkomen kunnen worden (‘mitigerende maatregelen’).       

  7. Botsproeven en mitigerende maatregelen
    Het is belangrijk om te weten of al het nieuwe beleid goed bij elkaar past. Dit is beoordeeld met botsproeven. Het kan namelijk zijn dat er op een plek meerdere ideeën zijn. De plannen kunnen elkaar sterker maken, maar kunnen ook leiden tot conflict. Voor het concept- en definitieve voorkeursalternatief zijn botsproeven uitgevoerd.           
    Voor sommige aspecten leidt het nieuwe beleid alsnog tot risico’s op negatieve effecten of tot een te laag kwaliteitsniveau. Voor deze aspecten zijn mogelijkheden voor verbetering gegeven. Dit is gedaan met opties voor beleid of concrete mitigerende maatregelen.

  8. Doelbereik
    Op basis van de beoordelingsaspecten van het OER die samenhangen met de ambities van de omgevingsvisie, is beoordeeld in hoeverre het nieuwe beleid bijdraagt aan het behalen van die ambities. Voor de twee scenario’s en het concept-voorkeursalternatief is een doorkijk gegeven naar het doelbereik, het definitieve voorkeursalternatief is beoordeeld op doelbereik.            

  9. Monitoring
    Monitoring is een belangrijk onderdeel van de omgevingsvisie volgens de Omgevingswet. Door middel van monitoring worden de effecten van het beleid uit de omgevingsvisie inzichtelijk en wordt de kans geboden om op tijd bij te sturen in de gewenste richting. Monitoring maakt geen onderdeel uit van het OER, maar er is wel een eerste begin gemaakt. Meer informatie over monitoring en evaluatie lees je bij de Doorwerking van de omgevingsvisie.