Trends en ontwikkelingen

Voor de vier thema’s hebben we in grote lijnen trends en ontwikkelingen in beeld gebracht. Deze laten zien hoe de thema’s in de toekomst veranderen of hetzelfde blijven. Veranderingen kunnen ontstaan door bijvoorbeeld nieuwe ideeën en uitvindingen, of veranderingen in normen en waarden. Belangrijke trends en ontwikkelingen maken het nodig om afspraken te maken hoe we hiermee omgaan. Dit kan gaan over maatschappelijke ontwikkelingen binnen Nederland. Het kan ook gaan over wereldwijde ontwikkelingen en afspraken, zoals de opwarming van de aarde. Deze afspraken leiden tot wetten en regels vanuit de Europese Unie, het Rijk en de Provincie. Met het maken van de omgevingsvisie moeten we hier rekening mee houden.


Trends en ontwikkelingen binnen Nederland

Energietransitie: de energietransitie is de overgang van het gebruik van fossiele energie naar hernieuwbare energie. De energietransitie is een opgave die voortkomt uit de Klimaatwet. In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt over het terugbrengen van CO2 -uitstoot, zodat de opwarming van de aarde wordt beperkt tot onder 2 graden Celsius. Voor Nederland betekent dit dat onze uitstoot van CO2 in 2030 met 49% moet worden teruggebracht, en met 95% in 2050. De huidige energiecrisis, die is ontstaan door een wereldwijd tekort aan energie, maakt energiebesparing en het haalbaar en betaalbaar maken van de energietransitie extra belangrijk. De gemeente werkt op dit moment samen met de regio Noordoost-Brabant aan de Regionale Energiestrategie (RES). Het doel is om gezamenlijk te komen tot keuzes voor de grootschalige opwekking van duurzame elektriciteit, het gasloos maken van gebouwen en de infrastructuur die hiervoor nodig is. Deze maatregelen hebben gevolgen voor de leefomgeving.

Klimaatadaptatie: is een opgave die ook voortkomt uit de Klimaatwet. Als gevolg van klimaatverandering nemen de kansen op extreme hitte, wateroverlast en droogte toe. Bij klimaatadaptatie gaat het er niet om de klimaatverandering te beperken, maar om ons voor te bereiden op de gevolgen ervan. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is afgesproken dat heel Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Op lokaal niveau moeten we hiervoor maatregelen nemen, bijvoorbeeld door meer waterberging aan te leggen.

Landelijk gebied: vanuit het Rijk wordt geïnvesteerd in een duurzaam landelijk gebied en in robuuste natuur. Het doel is om de natuur te beschermen en het verlies van biodiversiteit te herstellen. De aanpak richt zich niet alleen op stikstof, maar ook op het behalen van de (Europese) normen voor de waterkwaliteit, bodem, klimaat en biodiversiteit. Tegelijkertijd willen we perspectief bieden voor de boeren. De provincies moeten hier gebiedsplannen voor opstellen.

Duurzame Verstedelijking: Een belangrijk onderdeel van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) gaat over ‘verstedelijking en verstedelijkingsopgaven’. Ook in Brabant ligt een forse bouw-, transformatie- en herstructureringsopgave. Brabantbreed willen we naast de grote vraag naar ruimte voor woningen en bedrijvigheid ook andere opgaven oplossen met betrekking tot klimaatadaptatie, energietransitie, slimme mobiliteit, biodiversiteit, gezondheid en circulaire economie. Eén van de stedelijke regio’s in Brabant is de stedelijke regio ’s-Hertogenbosch. De regio maakt afspraken met provincie en Rijk over een duurzame verstedelijking. De gemeente Sint-Michielsgestel maakt deel uit van deze regio.


Trends en ontwikkelingen in Sint-Michielsgestel

Er zijn trends en ontwikkelingen die meer specifiek voor Sint-Michielsgestel gelden. Deze trends en ontwikkelingen hebben we verdeeld over de vier hoofdthema’s van de omgevingsvisie. Hieronder zijn de trends en ontwikkelingen in relatie tot Sint-Michielgestel beschreven:

Aangenaam leven
Volgens de provinciale prognose zal de eigen bevolking van Sint-Michielsgestel niet gegroeid zijn in 2040. In de praktijk blijkt dat er meer mensen uit andere gemeenten in Sint-Michielsgestel gaan wonen dan er vertrekken. De gemeente biedt een uitstekende woonkwaliteit in de nabijheid van de stad ’s-Hertogenbosch. Als genoemde trend zich doorzet betekent dit een toename van de bevolking in 2040. Tegelijkertijd wonen er steeds minder mensen in een huis, is er veel scheefgroei en wonen ouderen langer thuis. Dit betekent dat er in 2040 meer woningen nodig zijn, zelfs als de bevolking niet groeit (Provinciale bevolkingsprognose 2020). Een andere trend is de vergrijzing. In 2000 was 13% van de bevolking 65 jaar of ouder en in 2020 was dit 22%. De verwachting is dat in 2040 ongeveer 30% van de bevolking 65 jaar of ouder is. Ook het verschil in de ruimtelijke uitstraling van het stedelijk gebied en het buitengebied wordt kleiner. We zoeken daarom ook naar andere manieren van wonen, zoals nieuwe vormen van samenwonen (jong-oud, woon-zorg) en van gezond wonen in/met groen.

Verbindend netwerk
Ondanks dat het woon-werkverkeer per (elektrische) fiets toeneemt, wordt binnen en tussen de dorpen van Sint-Michielsgestel de auto nog veel gebruikt, zowel door bewoners als door het groeiende aantal bezorgdiensten. Er is daarmee binnen de gemeente ook een behoefte om meer inclusief te zijn op het gebied van bereikbaarheid (bijv. OV voor jongeren / ouderen of meer inzet van fietsen), waarbij de scheiding door de Zuid-Willemsvaart en de N279 steeds minder ervaren wordt. Ook op het sociale vlak zoeken we naar meer verbinding. Als gevolg van sociale media en moderne werkvormen werken meer mensen thuis en verandert de manier van contact hebben met elkaar. Ondertussen zien we de verschillen tussen jong en oud en arm en rijk groter worden. Hiertegenover staat dat veel inwoners een actieve houding hebben en met nieuwe ideeën komen om elkaar toch te ontmoeten of iets bij te dragen aan de gemeenschap.

Krachtige economie
De arbeidsmarkt is aan het veranderen. Er moet langer gewerkt worden tot het pensioen en er is een toename van arbeidsmigranten. We kijken naar mogelijkheden om de werkgelegenheid binnen de gemeente te behouden of, als dat nodig is, te vergroten. Ook is er behoefte aan schuifruimte om verouderde bedrijventerreinen op te knappen. Dat kan mogelijk door het maken van een nieuw bedrijventerrein. Andere kansen liggen bijvoorbeeld bij actieve recreatie of kleinhandel. Ondertussen is er een tekort aan personeel in de kinderopvang, het onderwijs en de zorg. Daarnaast ontstaat er bij meer mensen een mix van thuiswerken en op kantoor werken. Deze mix kan ervoor zorgen dat er in de toekomst minder behoefte is aan kantoorgebouwen. Tot slot hebben we in het landelijk gebied te maken met stallen die zijn verouderd en leeg komen te staan. Leegstaande stallen kunnen deels worden gesloopt. We zoeken ook naar nieuwe functies voor lege stallen.

Inclusieve duurzaamheid
Er zijn uitdagingen met betrekking tot water en hittestress. Klimaatadaptatie wordt steeds belangrijker en daarom willen we in 2040 het regenwater langer vasthouden, vergroenen en beter voor de drukke ondergrond zorgen. Dit helpt tegen droogte, overstromingen, wateroverlast en hitte en is goed voor de biodiversiteit. Daarnaast zoeken we naar nieuwe manieren voor energiebesparing en het opwekken van duurzame energie, door bijvoorbeeld natuur-inclusieve zonneparken of een warmtenet.